Deze zeer vroege hoog-vacuum triode BII is door Philips geïntroduceerd eind 1923. Deze lamp werd gebruikt als versterker en detector en is de opvolger van de DII. De gloeidraad wordt gevoed uit een 2 volts accu met een voorschakelweerstand van tenminste 6 ohm.
De voedingsspanning is 20 tot 100 volt, als ruisarme detector 20-40 volt. Er werd door Philips nadrukkelijk gewaarschuwd voor een te hoge gloeispanning (maximaal 1,8 volt).

De BVI (1923) is de dubbelrooster versie, oorspronkelijke prijs Hfl 12,50. Deze lamp wordt ook wel B6 genoemd en wordt toegepast als r.f. of l.f. versterker of als detector in batterij-ontvangers. Dit type lamp kan met een lage anodespanning (2 tot 10 volt) worden gevoed, en was vooral populair in Frankrijk voor gebruik in superheterodyne schakelingen.

De metalen huls zorgt bij sommige exemplaren voor een hinderlijk gebrom door inductie uit het lichtnet. Soms helpt een 2 uF condensator tussen hulprooster en aarde.

De gloeidraad is van gethorieerde wolfram, en vrij gemakkelijk te regenereren door de lamp zonder anodespanning te laten branden.

De glazen ballon is maximaal 40 mm in diameter en is, de pennen van de B4 huls niet meegerekend, 80 mm hoog. De oorspronkelijke verkoopprijs van deze lamp was Hfl 10,-

Aansluitingen