Philips AG9014 |
Philips introduceert in 1954 haar eerste (mono) Hi-Fi versterker. Vanaf
1956 waren ook Hi-Fi buizenversterkers leverbaar in de vorm van bouwdozen,
de HF10 (10 Watt) en de HF302 tot en met de HF309.
Deze AG9014 is een 2 x 10 Watt Philips stereoversterker uit 1958. De versterker heeft balans eindtrappen die direct, dat wil zeggen zonder tussenschakeling van een transformator, met 800 ohm luidsprekers (aanvankelijk type AD5038, later AD5046, met resp. AD3701AM en 9710AM drivers) worden verbonden. Als bijpassende tuner kan het type A5X83A uit 1958 (mono) of A5X93A uit 1963 (stereo) worden gebruikt, een geschikte grammofoon is de AG2209 (met AG3401 pick-up). Op het frontpaneel zijn 4 draaiknoppen aangebracht voor Treble, Bass, Volume en Balance. Verder een On/Off schuifschakelaar, drukknoppen voor Tuner, PU en Tape selectie, Stereo/Mono toetsen, een geel Distortion lampje en een groen Mains lampje. Het distorsie lampje licht op als de versterker bijna geheel wordt uitgestuurd. De versterker is ook geleverd met grijze knoppen i.p.v. creme. De AG9015 verschijnt twee jaar later. Deze uitvoering heeft naast de 800 ohm aansluitingen ook nog laagohmige aansluitmogelijkheden, hiertoe zijn twee uitgangstrafo's ingebouwd. De AG9014 en AG9015 zijn Hi-Fi versterkers van een zeer hoge kwaliteit, in combinatie met de juiste Philips luidsprekers kunnen ze ook nu nog meer dan bevredigende prestaties leveren. Minpuntje is de kwaliteit van de gebruikte composiet weerstanden, deze laten het wel eens afweten. De bediening van deze versterker voelt goed aan, ook de kast heeft een solide uitstraling. Deze versterker is eigendom van Jan Joziasse, de reparatie is hier beschreven.
|
||||||||||||||
|
||||||||||||||
SPECIFICATIES EN GEGEVENS
Merknaam |
Philips' Gloeilampenfabrieken NV, Eindhoven |
||||||||||
Land van herkomst | Nederland | ||||||||||
Eigennaam | onbekend | ||||||||||
Type | AG 9014/02M | ||||||||||
Serienummer | A135359 | ||||||||||
Bouwjaar | 1960 | ||||||||||
Toepassing | geluidsversterker | ||||||||||
Aantal buizen | 12 | ||||||||||
Type buizen | Philips EF86 (2x), ECC83
(4x), EL86 (4x), EZ81
(2x) distorsie indicatie neon lampje type Z8 mains indicatie gloeilampje type 7999D, 6,3 V-0,1 A |
||||||||||
Voedingsspanning | 90, 110, 127, 145, 165, 190, 220 of 245 V wisselspanning, omschakelbaar,
130 W, 50-60 Hz zekeringen 140 mAT (2x), 200 mAT, 10 A (2x), open trafozekering |
||||||||||
Chassis |
|
||||||||||
Frontplaat | goud ge?loxeerd aluminium | ||||||||||
Behuizing |
|
||||||||||
Afmetingen bxhxd | 40x18x30 cm | ||||||||||
Gewicht | 12,5 kg | ||||||||||
Verkoopprijs | onbekend | ||||||||||
Geschatte waarde | ? 120 | ||||||||||
Productieperiode | 1958-1962 | ||||||||||
Seriegrootte | onbekend | ||||||||||
Bijzonderheden |
|
|
||
|
||
|
||
Philips 800 ohm luidsprekerplug |
||
De transformatorloze Philips balansversterker is voor het eerst
beschreven door A. Peterson en D.B. Sinclair in de Proceedings I.R.E.
January 1952. Daarna is in Nederland een speciale buis ontwikkeld, de EL86,
waarmee de belastingsimpedantie van de schakeling daalde tot 800 ohm. De eindtrappen van de AG9014 zijn uitgevoerd met een ECC83 dubbeltriode. De eerste triode werkt als voorversterker, de tweede triode als fazeomkeerbuis. Deze laatste stuurt de "bovenste" EL86 aan. De eindbuizen werken in klasse A instelling, en krijgen elk een anodespanning van 160 Volt bij een stroom van 75 mA. De schermroosters van de eindbuizen worden elk gevoed via een
smoorspoel, hierdoor is het rendement van de versterker hoger dan bij een
schakeling met schermroosterweerstanden. Het rendement ligt dicht tegen
het theoretisch haalbare aan (50%). De twee smoorspoelen zijn gecombineerd
op ??n kern, waardoor geen voormagnetisatie optreedt. De zelfinductie
van de spoelen is zo hoog (60 Henri) dat het effect hiervan pas beneden 20
Hz zichtbaar wordt. Het tegenkoppelcircuit van de eindversterker bestaat uit een combinatie van positieve en negatieve terugkoppeling. De positieve terugkoppeling ontstaat via de gemeenschappelijke kathodeweerstand van de triodes. De tegenkoppeling ontstaat door het uitgangssignaal via een weerstand terug te voeren naar de kathode van de eerste triode. Dit soort schakelingen is in principe zeer gevoelig voor faseverschuiving, maar omdat een uitgangstrafo hier ontbreekt valt dit in de praktijk wel mee. |
||