Voeding voor accutoestellen |
Na de restauratie van een accu-radiotoestel, zoals bijvoorbeeld de Fada 169A, ontstaat vrij automatisch de wens om zo'n radio weer te laten spelen. Indertijd werd een dergelijk toestel via een aantal snoeren direct aangesloten op een loodaccu en een hoogspanningsbatterij. Zonodig gebruikte men ook nog een derde batterij voor de negatieve roosterspanning. De hierboven genoemde spanningsbronnen worden meestal de A, B en C voeding genoemd.
Het is mogelijk om een omvormer te construeren met een ingebouwde accu die deze A, B en C spanningen levert. De eisen die hier aan worden gesteld zijn:
De acculader werkt als volgt: de nettransformator transformeert de 230 volt netspanning omlaag naar 2x 9 volt. Deze wisselspanning wordt via een dubbelzijdige gelijkrichter omgezet in een pulserende gelijkspanning. Via een thyristor wordt de loodaccu nu opgeladen met 7,2 volt, een gloeilamp van 40 Watt in serie met de nettransformator zorgt hierbij voor de stroombegrenzing (1 A). Via een transistor wordt de thyristor uitgeschakeld wanneer de accu is geladen. De schakeling is voorzien van temperatuurcompensatie (-20 mV/graad C).
De gloeistroom (6 volt) komt rechtstreeks uit de loodaccu. Voor de 4 volt wordt gebruik gemaakt van een ballast transistor, voor de 2 volt wordt een tweede ballast transistor gebruikt. De gloeistroom wordt bij 2 en 4 volt bedrijf begrensd op 4 Ampere via een derde transistor. De anodespanning (150 volt) wordt opgewekt via een elektronische omvormer (38 kHz), uitgevoerd met een blokkeeroscillator. De lagere anodespanningen 120, 90 en 60 volt worden afgenomen via een elektronische spanningsdeler met 3 FET's.
De negatieve roosterspanning (-1,5 tot -27 volt) wordt geleverd door een batterij van 6 penlight cellen en twee 9-volts batterijtjes. De lagere spanningen worden afgenomen via aftakkingen van deze batterij.
Er zijn een aantal maatregelen genomen om de verschillende schakelingen te beschermen tegen overbelasting en kortsluiting. De gloeistroom is beschermd via een zekering van 5 A, de transistors voor de 2 en 4 volt zijn beschermd via een elektronische stroombegrenzing (max 4 A). De DC/DC omvormer is kortsluitvast, de FET's worden beschermd door 3 zenerdiodes en hebben bovendien elk een ingebouwde beveiligingsdiode. De getoonde accuvoeding is uitgerust met een dekselschakelaar, de loodaccu is alleen aangesloten wanneer de deksel is geopend. Een ingebouwd steuntje maakt het mogelijk om de deksel bij gebruik van de voeding of bij het laden van de accu op een kier te zetten. Bij geopend deksel is de totale ruststroom minder dan 15 mA.
Het rendement van de DC/DC omvormer is 85%, dit is exclusief de FET-spanningsdeler. Wat belangrijker is, wanneer er geen anodestroom wordt afgenomen is de ruststroom van de omvormer minimaal (minder dan 1 mA). Er zijn geen steile schakelflanken, zodat er ook geen hinderlijke stoorstraling is tijdens radio ontvangst:
Uitbreidingen:
|
||||||||||||